Oke, mega prive, maar ik ga ‘m er toch in gooien. Ik ben onlangs in relatietherapie geweest. Naast dat het een tamelijk ongemakkelijke ervaring was, vond ik het bij tijd en wijlen gewoon echt wazig. Met halve woorden, onnoemelijk veel platitudes en doordrenkt van jargon, wist de therapeut flarden informatie over te brengen. Iets met afstemming en interactie. Halverwege merkte ik irritatie bij mezelf en mijn partner. Niet schuw van enige dramatiek wierp ik mijn handen ten hemel en riep "maar wat bedoel je nou eigenlijk?!”en schudde meer dan eens meewarig mijn hoofd terwijl ik hem zei dat hij ook gewoon Nederlands mocht praten. Ik geloof niet dat we terug komen.
Stop met gewauwel en wees je eigen bullshitfilter
Blog
Opinie
Renate Heins
22-09-2020
Communicatief gewauwel
Ook al kwam ik er met een andere reden, het was ook vanuit professioneel oogpunt wel verhelderend. Want als ik de parallel trek met ons vakgebied, dan kunnen we ook wel een aardige duit in het zakje der gewauwel en vaagheden doen. Zo nam Youp van ‘t Hek vorig jaar al twee reputatiestrategen op de korrel. Om niet weer het artikel op te duikelen - foei Renate -, houden we het erop dat Youp het niet helemaal eens was met de repliek van de heren op een publieke kwestie. Recenter bemoeit ook de wandelende bullshitfilter Japke d. Bouma zich er tegenaan, met de post "een stukje storytelling in een green paper met daarin drie stappen voor het ontwikkelen van je corporate story. Ga ik even liggen”.
Waarom toch die aandrang om in vaagheden te praten en met jargon te dwepen? Wat bedoelen we nu precies? En voor wie doen we het? Doen we interessant voor vakgenoten? Proberen we mogelijke klanten te overtuigen van onze intellectuele kracht? Op de meeste mensen komt het namelijk over alsof je lijdt aan afasie van Wernicke: de spraak is vloeiend, evenals de zinsmelodie, maar mensen hebben geen idee waar je het over hebt.
Jargon als interessantdoenerij
Het is natuurlijk makkelijk anderen in de zeik te nemen. Zeker als bepaalde bekende figuren een handje helpen met wat expliciete voorbeelden. Ik vind het wel iets te makkelijk om het af te doen als interessantdoenerij of gewauwel. Binnen bepaalde vakgebieden bezig je vanzelfsprekend een bepaalde taal [vaktaal] en doordat die taal slechts door een beperkte groep mensen gebruikt wordt, is ‘ie voor buitenstaanders vaak maar moeilijk te volgen. Voila. Jargon. En dat komt voor die buitenstaanders vaak over als interessantdoenerij. Geneuzel. Blablabla (Hotel Transylvania).
Oproep aan ons allen: durf duidelijke taal te spreken
Niemand is ermee geholpen eerst te moeten achterhalen wat de ander bedoelt. In het traditionele communicatiemodel veroorzaakt dat namelijk wat men "ruis” noemt (Echt? Ja, echt). Wat mensen als Youp van ‘t Hek en Japke-D. Bouma doen, heeft ook voor de mensen die het mikpunt werden een belangrijke functie, evenals voor mensen die in hetzelfde vakgebied werken. De welbekende spiegel. Want al is het ons [Coopr] uitgangspunt om gewoon normale-mensen-taal te spreken, omdat we van onszelf vinden dat we middenin de maatschappij staan, trappen ook wij wel in die val. Het is helemaal oké met je eigen club vaktaal te hanteren, zolang je daarbuiten maar effe normaal praat.
Wees concreet
Wil je namelijk dat mensen buiten je eigen club begrijpen waar je over spreekt, dan zul je concreet moeten worden. Dus zonder gebruik van jargon. Klinkt allemaal fancy pants namelijk die corporaties stories, green papers, white papers, purple papers (bestaat nog niet, maar bij deze wel), mapping, leads, haakjes, flagging, journeys, frameworks, enzovoorts, maar als mensen niet weten wat ze nou precies van je krijgen en wanneer, gaat het niet werken. Dan kom je niet tot een goede (werk)relatie of een goede samenwerking.
Een enorme platitude, maar het begint simpelweg met luisteren, en, zoals die therapeut zei, met afstemming (getver, heeft ‘ie toch nog een beetje gelijk gekregen). Weet met wie je het gesprek aangaat. Stem daarop af. Want als je kunt afstemmen op de ander, zorg je ervoor dat jij ook goed begrepen wordt en kom je tegemoet aan de behoefte van de ander om te begrijpen wat je zegt. Doe je dat niet, dan loop je kansen mis. Het is een gouwe ouwe, maar toch: als je niet kunt uitleggen aan je 6-jarige buurjongetje wat je bedoelt, dan moet je het herformuleren. Valt het niet uit te leggen? Dan zit er een kans in dat het toch een toefje bullshitty is.
Maak het niet onnodig ingewikkeld; wees je eigen bullshitfilter
Verleg je grenzen!
schrijf je nu in voor onze nieuwsbrief!