schrijf je nu in voor onze nieuwsbrief!
PR-Klaagmuur: Kristel van Teeffelen van Trouw
Blog
Opinie
Monique van den Berg
20-07-2016
Voor het restant van deze warme woensdag kun je best wat ontspannen doch informatief leesvoer gebruiken voor op je balkon of dakterras. Bij dezen dus de PR Klaagmuur met . Kristel schrijft voor deze dagelijkse kwaliteitskrant over media en technologie, en is daarom een paar maanden terug naar een event in Parijs geweest om daar met Netflix execs Reed Hastings en Ted Sarandos te spreken. Daar schreef zij een mooi uitgebreid artikel over, dat je kunt vinden. Hoe Kristel tegen de samenwerking met PR bureau's aankijkt, wat haar gevoel is over papier versus online en native advertising, dat lees je hieronder!
1. Hoeveel persberichten krijg je per dag, en hoeveel belanden er in de prullenbak?
In mijn persoonlijke mailbox zo'n twintig tot dertig per dag schat ik - daar komen de persberichten naar het algemene mailadres van mijn deelredactie nog bij. Zo'n negentig procent beland in de prullenbak.
2. Hoe ziet het ideale persbericht eruit?
Overzichtelijk, met weinig tierelantijntjes, duidelijke taal, niet te lang, maar wel met genoeg informatie om in te kunnen schatten of het interessant is. Verder liever niet het persbericht als bijlage toevoegen, maar gewoon in de email plakken.
3. Wanneer ga jij in op een persuitnodiging?
Als ik er een verhaal in zie of het nuttig is voor mijn (achtergrond)kennis.
4. Wie of wat is jouw belangrijkste nieuwsbron?
Ik ben zelf geen fanatiek Twitteraar, maar ik gebruik het wel veel om bij te houden wat er allemaal gaande is. Verder schrijf ik het liefste verhalen die uit eigen verbazing of interesse voortkomen. Dat kan samenhangen met de actualiteit of met ontwikkelingen op de langere termijn.
5. Welke (internationale) tijdschriften/kranten zijn een inspiratiebron voor je?
Het ligt een beetje voor de hand, maar The New York Times staat voor mij als een krantenjournalist hoog op die lijst. Een ouderwetse, dikke krant met gedegen verhalen. Hoelang ze dat nog vol kunnen houden, geen idee, maar ik geloof wel dat voor goede journalistiek altijd plek is.
6. Op welk door jou geschreven artikel/interview ben je trots en waarom?
Dat vind ik lastig om te zeggen. Dat zijn artikelen waarmee ik iets toe heb kunnen voegen aan de maatschappelijke discussie.
7. Hoe wordt er op de redactie over PR bureau's gesproken?
Niet altijd positief, vooral niet over de bureaus die berucht zijn om de opdringerigheid - of laten we het vastberadenheid noemen. Ik zal geen namen noemen, maar als ik of een van mijn collega's een zeker PR bureau aan de telefoon heeft, dan klinkt er een zucht: daar zijn ze weer.
8. Wat lijkt jou leuk aan het werken bij een PR bureau?
Het lijkt me wel een aardige sport om zoveel mogelijk media-aandacht te genereren.
9. Wat is jouw grootste irritatie bij PR bureau's en/of adviseurs?
Te veel bemoeienis. Voor een interview krijg je bijvoorbeeld al vragen als: wat wil je precies weten, kun je die vragen alvast op de mail zetten, wie spreek je nog meer voor je artikel, kunnen we het artikel nog inzien voor publicatie?
Daarnaast heb ik soms het idee dat iemand geen idee heeft met welk medium hij/zij contact heeft. Dan krijg ik de vraag: is dat niet leuk voor jullie cultuuragenda? We hebben geen cultuuragenda.
10. Wat is jouw gouden tip voor de PR adviseur?
Ik denk dat direct en persoonlijk contact beter werkt dan algemene persberichten. Maar laten we het ook niet overdrijven: je hebt als journalist en een pr-adviseur niet altijd hetzelfde belang. De schijn dat dat wel zo is, is wat mij betreft overbodig.
Ben je het met de volgende stellingen eens of oneens?
1. Exclusiviteit heeft geen bestaansrecht meer.
Ik zou willen zeggen: eens, maar ik denk dat het voor journalisten zelf nog wel belangrijk is om iets exclusief te hebben - al vraag ik me wel eens af of dat voor lezers iets uitmaakt. Soms is dat best frustrerend: dan wil je iemand spreken en dat kan niet omdat hij exclusiviteit heeft beloofd aan een ander medium. Helemaal irritant als daar vaag over wordt gedaan. Dan worden er allerlei excuses verzonnen (iemand is bijvoorbeeld te druk nu, of geeft op dit moment geen interviews), terwijl hij/zij dan opeens ergens anders wel verschijnt.
2. Ik geef eerder gehoor aan persoonlijk gerichte mails dan algemeen uitgestuurde persberichten.
Eens.
3. PR bureau's verpesten de journalistiek.
Niet zolang ze niet te veel tussen de journalist en de bron gaan zitten en zich niet te veel bemoeien met het werk van de journalist.
4. Online aanwezigheid van kranten zorgen ervoor dat de papieren versie van Trouw uiteindelijk gaat verdwijnen.
Dat ligt eraan over welke termijn je het hebt. Ik denk dat er nog lang liefhebbers zullen zijn van de papieren krant, die daar ook voor willen betalen. Maar er komt een moment dat die groep erg klein wordt. Dan kunnen er twee dingen gebeuren: of papier verdwijnt, of de prijs gaat nog meer omhoog en het wordt een luxeproduct. Maar eigenlijk doet die discussie over papier vs online er volgens mij niet erg toe: het gaat erom dat je als Trouw kwaliteitsjournalistiek levert (waar dus ook voor betaald moet worden) of dat nou gedrukt wordt of alleen online verschijnt.
5. Native advertising is slecht voor de 'traditionele journalistiek'.
Dat is een hele lastige. Het kan een nieuwe inkomstenbron zijn voor de krant. En of je het nou leuk vindt of niet, dat is wel hard nodig. Maar vanuit de journalistiek vind ik het allemaal erg onverstandig: je betrouwbaarheid is als krant het allerbelangrijkste en als de grenzen gaan vervagen tussen redactionele artikelen en advertenties, dan is het risico groot dat je dat opgeeft. Daarom zeg ik toch maar: eens met de stelling.Mooi om te zien dat Kristel zo open en bedachtzaam haar antwoorden geeft. Ze antwoordt vanuit haar eigen perspectief, maar verliest nooit het bredere belang van de krant waar ze voor werkt uit het oog. Meer dan eens bekijkt ze beide kanten van de medaille, haar antwoorden op de twee laatste stellingen laten dat vooral goed zien. Ik herken ook de passie om over zaken te schrijven waar je oprecht in geïnteresseerd bent. Uiteraard moet je zowel als journaliste als PR consultant breed inzetbaar zijn, maar wat werkt het toch net een tikkeltje soepeler en vlotter als je echt geïnspireerd raakt van een onderwerp of merk. Maar niet teveel bemoeienis met haar kant van het verhaal, alsjeblieft! Ze erkent dat we toch twee partijen zijn die niet altijd hetzelfde belang dienen en stimuleert daarom een eerlijk gesprek. Een voornemen dat ik alleen maar kan beamen. Fijne woensdag verder!
1. Hoeveel persberichten krijg je per dag, en hoeveel belanden er in de prullenbak?
In mijn persoonlijke mailbox zo'n twintig tot dertig per dag schat ik - daar komen de persberichten naar het algemene mailadres van mijn deelredactie nog bij. Zo'n negentig procent beland in de prullenbak.
2. Hoe ziet het ideale persbericht eruit?
Overzichtelijk, met weinig tierelantijntjes, duidelijke taal, niet te lang, maar wel met genoeg informatie om in te kunnen schatten of het interessant is. Verder liever niet het persbericht als bijlage toevoegen, maar gewoon in de email plakken.
3. Wanneer ga jij in op een persuitnodiging?
Als ik er een verhaal in zie of het nuttig is voor mijn (achtergrond)kennis.
4. Wie of wat is jouw belangrijkste nieuwsbron?
Ik ben zelf geen fanatiek Twitteraar, maar ik gebruik het wel veel om bij te houden wat er allemaal gaande is. Verder schrijf ik het liefste verhalen die uit eigen verbazing of interesse voortkomen. Dat kan samenhangen met de actualiteit of met ontwikkelingen op de langere termijn.
5. Welke (internationale) tijdschriften/kranten zijn een inspiratiebron voor je?
Het ligt een beetje voor de hand, maar The New York Times staat voor mij als een krantenjournalist hoog op die lijst. Een ouderwetse, dikke krant met gedegen verhalen. Hoelang ze dat nog vol kunnen houden, geen idee, maar ik geloof wel dat voor goede journalistiek altijd plek is.
6. Op welk door jou geschreven artikel/interview ben je trots en waarom?
Dat vind ik lastig om te zeggen. Dat zijn artikelen waarmee ik iets toe heb kunnen voegen aan de maatschappelijke discussie.
7. Hoe wordt er op de redactie over PR bureau's gesproken?
Niet altijd positief, vooral niet over de bureaus die berucht zijn om de opdringerigheid - of laten we het vastberadenheid noemen. Ik zal geen namen noemen, maar als ik of een van mijn collega's een zeker PR bureau aan de telefoon heeft, dan klinkt er een zucht: daar zijn ze weer.
8. Wat lijkt jou leuk aan het werken bij een PR bureau?
Het lijkt me wel een aardige sport om zoveel mogelijk media-aandacht te genereren.
9. Wat is jouw grootste irritatie bij PR bureau's en/of adviseurs?
Te veel bemoeienis. Voor een interview krijg je bijvoorbeeld al vragen als: wat wil je precies weten, kun je die vragen alvast op de mail zetten, wie spreek je nog meer voor je artikel, kunnen we het artikel nog inzien voor publicatie?
Daarnaast heb ik soms het idee dat iemand geen idee heeft met welk medium hij/zij contact heeft. Dan krijg ik de vraag: is dat niet leuk voor jullie cultuuragenda? We hebben geen cultuuragenda.
10. Wat is jouw gouden tip voor de PR adviseur?
Ik denk dat direct en persoonlijk contact beter werkt dan algemene persberichten. Maar laten we het ook niet overdrijven: je hebt als journalist en een pr-adviseur niet altijd hetzelfde belang. De schijn dat dat wel zo is, is wat mij betreft overbodig.
Ben je het met de volgende stellingen eens of oneens?
1. Exclusiviteit heeft geen bestaansrecht meer.
Ik zou willen zeggen: eens, maar ik denk dat het voor journalisten zelf nog wel belangrijk is om iets exclusief te hebben - al vraag ik me wel eens af of dat voor lezers iets uitmaakt. Soms is dat best frustrerend: dan wil je iemand spreken en dat kan niet omdat hij exclusiviteit heeft beloofd aan een ander medium. Helemaal irritant als daar vaag over wordt gedaan. Dan worden er allerlei excuses verzonnen (iemand is bijvoorbeeld te druk nu, of geeft op dit moment geen interviews), terwijl hij/zij dan opeens ergens anders wel verschijnt.
2. Ik geef eerder gehoor aan persoonlijk gerichte mails dan algemeen uitgestuurde persberichten.
Eens.
3. PR bureau's verpesten de journalistiek.
Niet zolang ze niet te veel tussen de journalist en de bron gaan zitten en zich niet te veel bemoeien met het werk van de journalist.
4. Online aanwezigheid van kranten zorgen ervoor dat de papieren versie van Trouw uiteindelijk gaat verdwijnen.
Dat ligt eraan over welke termijn je het hebt. Ik denk dat er nog lang liefhebbers zullen zijn van de papieren krant, die daar ook voor willen betalen. Maar er komt een moment dat die groep erg klein wordt. Dan kunnen er twee dingen gebeuren: of papier verdwijnt, of de prijs gaat nog meer omhoog en het wordt een luxeproduct. Maar eigenlijk doet die discussie over papier vs online er volgens mij niet erg toe: het gaat erom dat je als Trouw kwaliteitsjournalistiek levert (waar dus ook voor betaald moet worden) of dat nou gedrukt wordt of alleen online verschijnt.
5. Native advertising is slecht voor de 'traditionele journalistiek'.
Dat is een hele lastige. Het kan een nieuwe inkomstenbron zijn voor de krant. En of je het nou leuk vindt of niet, dat is wel hard nodig. Maar vanuit de journalistiek vind ik het allemaal erg onverstandig: je betrouwbaarheid is als krant het allerbelangrijkste en als de grenzen gaan vervagen tussen redactionele artikelen en advertenties, dan is het risico groot dat je dat opgeeft. Daarom zeg ik toch maar: eens met de stelling.Mooi om te zien dat Kristel zo open en bedachtzaam haar antwoorden geeft. Ze antwoordt vanuit haar eigen perspectief, maar verliest nooit het bredere belang van de krant waar ze voor werkt uit het oog. Meer dan eens bekijkt ze beide kanten van de medaille, haar antwoorden op de twee laatste stellingen laten dat vooral goed zien. Ik herken ook de passie om over zaken te schrijven waar je oprecht in geïnteresseerd bent. Uiteraard moet je zowel als journaliste als PR consultant breed inzetbaar zijn, maar wat werkt het toch net een tikkeltje soepeler en vlotter als je echt geïnspireerd raakt van een onderwerp of merk. Maar niet teveel bemoeienis met haar kant van het verhaal, alsjeblieft! Ze erkent dat we toch twee partijen zijn die niet altijd hetzelfde belang dienen en stimuleert daarom een eerlijk gesprek. Een voornemen dat ik alleen maar kan beamen. Fijne woensdag verder!