Alweer een tijdje terug had ik een interview met Erik de Vlieger, de tikkie rechtse vastgoedondernemer die nu in Portugal woont en werkt. Natuurlijk zaten we in het Amsterdamse mediatentje Dauphine’s en daar keken we uit op de studio’s van BNR waar media-expert Bert van der Veer met grote gebaren iets zat uit te leggen. Ik kan het me niet meer precies herinneren wat De Vlieger zei, maar hij tikte me wel even aan en zei iets als: ‘Daar zit ie het allemaal uit te leggen hoe het werkt in de media hoor. Hij weet er niets van, maar dat maakt niet uit.’
Babbelen aan een talkshowtafel is moeilijker dan jullie denken
Blog
Opinie
Bas Hakker
04-09-2024
De Vlieger had wel een punt natuurlijk. Er lopen in Nederland voldoende mensen rond met écht verstand van zaken (opgedaan uit boeken, colleges en uit de praktijk), maar het is zeker niet zo dat de hoeveelheid kennis die je bezit direct correleert met het aantal redacties waar je prominent in de telefoonlijst van de redacteuren staat. Daar kan je heel complotterig over doen, zo van: zé bellen altijd dezelfde mensen, maar de reden dat het vaak dezelfde mensen zijn, is vaak heel praktisch. Laten we eerst eens wat criteria op een rijtje zetten die mensen tot een goede specialist maken:
1. Kennis van zaken
Het helpt natuurlijk wel degelijk als je een beetje waarover je praat. Een keertje kom je er nog wel mee weg als je alleen de koppen kan opdreunen van de laatste peilingen in de VS, maar het helpt toch als je weet wat Harris heeft gezegd en hoe zich dat verhoudt tot Trump.
2. Kunnen vertellen
Kennis is belangrijk, maar mensen onderschatten hoe belangrijk het is dat je in korte tijd iets duidelijk kan vertellen. Terwijl je in een collegezaal een minuut of vijftig de tijd krijgt om het conflict tussen Noord- en Zuid-Korea uit te leggen, heb je aan een talkshowtafel een minuut of twee. Dat vergt een puntige manier van formuleren die niet iedereen in huis heeft. Je moet eigenlijk direct beginnen met de conclusie zodat mensen wakker blijven en dan fietsen die argumenten er vanzelf achteraan.
3. Je moet niet zo’n groot ego hebben
Dat klinkt raar want met je kop op tv is ook een egodingetje, maar ik zal het uitleggen. Als je ergens verstand van hebt dan wil je die kennis laten zien. Jij zal wel eens uitleggen hoe het allemaal zit met de sterren en het melkwegstelsel. Maar ja, je bent aan zo’n tafel gewoon een onderwerpje en dus is het niet de bedoeling om uit te leggen hoe de wereld in elkaar zit. Je ziet aan Pieter Omtzigt wat er mis kan gaan als je wél die ambitie hebt om alles te verklaren. Weest tevreden met een paar puntige oneliners. Dan heb je het gewoon goed gedaan! Wij van FC Mediacircus noemen dat de Vakblad Voetbaltrainersvalkuil!
4. Je moet niet bang zijn voor diverse vernederingen door vakgenoten
Mensen uit een bepaald vakgebied nemen de ‘talkshowaanschuivers’ uit hun wereld nooit serieus. Juist omdat je de werkelijkheid in normale mensentaal moet weergeven, is het belangrijk dat je niet teveel verwacht van jouw collega’s. Je daalt af tot het gewone volk en daarmee daalt de achting van de collega’s (en neemt de jaloezie toe want lucratief is het wel). Maarten van Rossem werd door een vakgenoot wel eens aangesproken als ‘de mediaprofessor’ ofwel iemand die de werkelijkheid wel héél erg versimpelt.
5. Je moet beschikbaar zijn
Dat klinkt misschien een beetje lullig, maar een goede expert neemt zijn of haar telefoon op als er een redacteur belt, heeft een goed shirt, jasje of mooie jurk paraat en stapt in de taxi, trein of auto. Mensen van buiten de journalistiek noemen dat wel eens luiheid, maar zo’n Raymond Mens is zijn gage meer dan waard. Hij weet altijd alles, is niet te uitgesproken, het gaat vaak ergens over en hij zet het makkelijk weg in een minuut of zeven. Daar heb je geen omkijken naar als redactie.
6. Je moet iets zeggen (maar ook weer niet te veel)
Ergens is er een middenweg tussen extreme teksten en zwijgen die perfect past bij Bar Laat, Beau en de rest van het gemakkelijk gemaakte talkshowsoepie. De echte grote experts snappen heel goed dat je een beetje moet opletten wat je waar zegt. Kijk maar eens goed naar Jort Kelder die dat perfect doseert. Die zegt bij Vandaag Inside altijd twee, drie dingetjes die nét een beetje puntig zijn, maar waar hij wel mee wegkomt. Redacties willen geen gedoe met netmanagers en omroepbazen, maar wel wat spektakel zodat Knipsel-Bob van Mediacourant ook wat te doen heeft.
Als zeg ik zelf: het is een handig lijstje als je wilt uitgroeien tot een expert. Volgens mij moet je er vooral een beetje lol in houden: oefen eens bij de regionale radio of tv en kijk of je het daar naar je zin hebt als expert. Als je er lol in hebt, zoals Eus, Jort, Maarten en Arend Jan, dan kan het veel leuk werk opleveren en voor de rest van je leven inkomsten. Je boeken beginnen te lopen, er komen lucratieve lezingen en je mag lekker over jezelf babbelen in de bijlage van een saaie krant. Maar let op: je moet het echt wel kunnen want als je je niet lekker voelt bij die zes criteria dan kun je beter gewoon college blijven geven. En ja, ik heb Bert van der Veer ook wel eens gebeld om iets over media te horen wat ik al wist.
1. Kennis van zaken
Het helpt natuurlijk wel degelijk als je een beetje waarover je praat. Een keertje kom je er nog wel mee weg als je alleen de koppen kan opdreunen van de laatste peilingen in de VS, maar het helpt toch als je weet wat Harris heeft gezegd en hoe zich dat verhoudt tot Trump.
2. Kunnen vertellen
Kennis is belangrijk, maar mensen onderschatten hoe belangrijk het is dat je in korte tijd iets duidelijk kan vertellen. Terwijl je in een collegezaal een minuut of vijftig de tijd krijgt om het conflict tussen Noord- en Zuid-Korea uit te leggen, heb je aan een talkshowtafel een minuut of twee. Dat vergt een puntige manier van formuleren die niet iedereen in huis heeft. Je moet eigenlijk direct beginnen met de conclusie zodat mensen wakker blijven en dan fietsen die argumenten er vanzelf achteraan.
3. Je moet niet zo’n groot ego hebben
Dat klinkt raar want met je kop op tv is ook een egodingetje, maar ik zal het uitleggen. Als je ergens verstand van hebt dan wil je die kennis laten zien. Jij zal wel eens uitleggen hoe het allemaal zit met de sterren en het melkwegstelsel. Maar ja, je bent aan zo’n tafel gewoon een onderwerpje en dus is het niet de bedoeling om uit te leggen hoe de wereld in elkaar zit. Je ziet aan Pieter Omtzigt wat er mis kan gaan als je wél die ambitie hebt om alles te verklaren. Weest tevreden met een paar puntige oneliners. Dan heb je het gewoon goed gedaan! Wij van FC Mediacircus noemen dat de Vakblad Voetbaltrainersvalkuil!
4. Je moet niet bang zijn voor diverse vernederingen door vakgenoten
Mensen uit een bepaald vakgebied nemen de ‘talkshowaanschuivers’ uit hun wereld nooit serieus. Juist omdat je de werkelijkheid in normale mensentaal moet weergeven, is het belangrijk dat je niet teveel verwacht van jouw collega’s. Je daalt af tot het gewone volk en daarmee daalt de achting van de collega’s (en neemt de jaloezie toe want lucratief is het wel). Maarten van Rossem werd door een vakgenoot wel eens aangesproken als ‘de mediaprofessor’ ofwel iemand die de werkelijkheid wel héél erg versimpelt.
5. Je moet beschikbaar zijn
Dat klinkt misschien een beetje lullig, maar een goede expert neemt zijn of haar telefoon op als er een redacteur belt, heeft een goed shirt, jasje of mooie jurk paraat en stapt in de taxi, trein of auto. Mensen van buiten de journalistiek noemen dat wel eens luiheid, maar zo’n Raymond Mens is zijn gage meer dan waard. Hij weet altijd alles, is niet te uitgesproken, het gaat vaak ergens over en hij zet het makkelijk weg in een minuut of zeven. Daar heb je geen omkijken naar als redactie.
6. Je moet iets zeggen (maar ook weer niet te veel)
Ergens is er een middenweg tussen extreme teksten en zwijgen die perfect past bij Bar Laat, Beau en de rest van het gemakkelijk gemaakte talkshowsoepie. De echte grote experts snappen heel goed dat je een beetje moet opletten wat je waar zegt. Kijk maar eens goed naar Jort Kelder die dat perfect doseert. Die zegt bij Vandaag Inside altijd twee, drie dingetjes die nét een beetje puntig zijn, maar waar hij wel mee wegkomt. Redacties willen geen gedoe met netmanagers en omroepbazen, maar wel wat spektakel zodat Knipsel-Bob van Mediacourant ook wat te doen heeft.
Als zeg ik zelf: het is een handig lijstje als je wilt uitgroeien tot een expert. Volgens mij moet je er vooral een beetje lol in houden: oefen eens bij de regionale radio of tv en kijk of je het daar naar je zin hebt als expert. Als je er lol in hebt, zoals Eus, Jort, Maarten en Arend Jan, dan kan het veel leuk werk opleveren en voor de rest van je leven inkomsten. Je boeken beginnen te lopen, er komen lucratieve lezingen en je mag lekker over jezelf babbelen in de bijlage van een saaie krant. Maar let op: je moet het echt wel kunnen want als je je niet lekker voelt bij die zes criteria dan kun je beter gewoon college blijven geven. En ja, ik heb Bert van der Veer ook wel eens gebeld om iets over media te horen wat ik al wist.
Verleg je grenzen!
schrijf je nu in voor onze nieuwsbrief!